Wij leven in de gouden eeuw van televisie. Veel mensen weten dat niet. Niet alleen staan de kranten vooral vol met hypeverhalen over nieuwere media (Twitter), maar op de Nederlandse tv is het ook nauwelijks te merken. De gouden eeuw verwijst naar de nieuwe dramaseries. Het begon allemaal met The Sopranos en Six Feet Under. Daarna kwamen The Wire, Mad Men, Breaking Bad; series die beter zijn dan menig film. In een serie kun je personages opbouwen en uitdiepen. De makers nemen de kijker serieus, maar vragen daar wel wat voor terug. De spanningsboog wordt opgerekt en uitgetrokken over meerdere afleveringen. Als kijker moet je investeren in de personages en het verhaal.

The Killing is zo’n serie. In twintig afleveringen worden de twintig dagen verteld waarin een moord moet worden opgelost. In de openingsscène zien we een bang meisje door het bos rennen. Iemand met een lamp achtervolgt haar. Bevend verstopt ze zich achter een boom. Een vliegtuig verlicht haar, maar kan haar niet redden. De lamp komt dichterbij, ze rent verder. Als vervolgens de openingscredits draaien kent de kijker zijn taak voor de komende tijd: oplossen wie dit is, waarom ze dood gaat (want dood gaat ze) en wie haar heeft vermoord. De klassieke whodunit.

Net als bovengenoemde series speelt The Killing echter met genreverwachtingen. De detective is geen gelikte, semi-alcoholistische loner, maar een slimme, tegendraadse moeder. De serie is Deens (heet oorspronkelijk Forbrydelsen) en dat betekent geen strakke Hollywood-acteurs met gebleekte tanden, maar Ikea-interieurs en wollen truien. The Killing is langzaam en ogenschijnlijk humorloos, maar tegelijkertijd meeslepend en spannend. De Scandinavische somberheid komt overal doorheen.

De hoofdpersoon is detective Sarah Lund. We komen te weten dat ze vandaag – dag 1 – vertrekt naar Zweden waar ze gaat samenwonen. Op haar laatste werkdag staat haar opvolger Jan Meyer te springen om haar kantoor over te nemen. We ontmoeten ook Theis Birk Larsen die met zijn vrouw Pernille flikflooit in het water van een kapotte wasmachine. En dan is er Troels Hartmann, de kandidaat voor het burgemeesterschap die een geheime relatie heeft met zijn adviseur. Omdat we de regels van televisie kennen, weten we dat ze allemaal iets met de zaak te maken moeten hebben.

Langzaam ontvouwt zich de horror die ons de eerste aflevering in de ban houdt. Nanna Birk Larsen wordt vermist. Je hoopt steeds dat ze opduikt. Je gaat mee met haar vader die zeker weet dat ze bij haar foute vriendje Oliver zit. Bij het uitkammen van een veld zit je te duimen dat er geen lijk wordt gevonden, of in ieder geval niet dat van Nanna. Het noodlot is echter ophanden, je weet dat het onvermijdelijk is.

The Killing klopt en wringt tegelijk. Het is mooi gespeeld en waanzinnig goed geschreven. De verlossing van het antwoord wordt steeds uitgesteld. Zulke series vereisen een ander kijkpatroon. Je kunt ze eigenlijk alleen achter elkaar kijken; een week wachten op een nieuwe aflevering is ondraaglijk. De KRO brengt het als marathon, vanaf gisteren iedere werkdag aansluitend seizoen 1 en 2. Waarschuwing: als u klaar bent met The Killing zult u een leegte ervaren. Gelukkig start in september in Denemarken het derde seizoen. Als u niet zo lang kunt wachten is er altijd nog de Amerikaanse remake, die zich afspeelt in het regenachtige Seattle.

In de week van 23 juli verving ik JP Geelen als televisierecensent van de Volkskrant. Deze recensie verscheen op dinsdag in de krant.