Vaccinatievreugde

De jongen is superknap, ik had hem niet beter kunnen wensen. Aardig ook, dus tuurlijk mag ik een selfie maken terwijl hij het shot in me zet. Het is een prikkie van niets, en toch is het alles. De spuit in mijn arm is de deur naar mijn oude leven.

Na maanden stil te hebben gestaan, het gevoel te hebben gehad dat ik niet besta en dat mijn bestaan er niet toe doet, was er afgelopen weekend plots goed nieuws in overvloed. De versoepelingen komen sneller dan gedacht, en zijn verregaander dan verwacht. Niet alleen gaan de festivals door, maar ook de clubs mogen weer open. De clubs!

Alsof dat allemaal nog niet genoeg is, werd zaterdagochtend mijn jaar opgeroepen. De hele week zat ik al vol anticipatie aan Twitter gekluisterd, omdat geboortejaren ineens rap achter elkaar volgden. Ik durfde te hopen op maandag, maar het werd zaterdag: iedereen die in 1976 geboren is mocht vanaf 11:15 een afspraak maken. Ik belde met een uiterst aardige jongeman die me hoppakee! inplande voor 1 juni. Ik kan je wel zoenen, zei ik.

Als ik woensdag mijn fiets parkeer bij ingang G van de RAI schiet ik vol. Er staan banners met ‘Goed dat je er bent’. De tranen die ik wegdruk zijn van geluk – het besef dat ik eindelijk en echt afscheid kan nemen van de angst en de ellende. Tranen van waardering ook, voor de wetenschappers die zo snel effectieve vaccins hebben gemaakt. ‘It’s happening,’ schrijf ik in mijn instastory.

Binnen heerst een vliegveldvibe. Inchecken bij een balie, paspoort in de hand. Dan mag je door naar het douanedeel. Er hangen zelfs bordjes dat je geen foto’s mag maken. Grensovergangen zijn altijd spannend. Netjes en beleefd zijn, denk ik dan, anders laat de meneer in het hokje je misschien niet door. Ook dit is een scheidslijn. Het is de grens tussen insluiting en vrijheid. Aan de overzijde lonkt de zomer, vol van alles wat mij gelukkig maakt: uit eten en uit dansen, ontmoetingen en omhelzingen.

In het kraampje van de vaccinateur ben ik natuurlijk veel te uitgelaten. Dat werkt aanstekelijk. Hij fleurt ook helemaal op. Samen beleven we een kort, krachtig moment van extase. Eén ferme lozing en mijn priklust is bevredigd, precies zoals het was in mijn fantasie. Ik prevel bedankjes, hij zwaait me uit.

Iets meer dan een maand geleden zaten we nog onder een avondklok, mocht er maar één persoon op bezoek komen. Nu gaat het heel snel. Het is net als met papers nakijken. Eerst lijkt de berg onoverkomelijk, maar je ploetert door en op een gegeven moment ben je klaar. Ik vergeet dan direct de beproeving, want zo werken mijn hersenen. Stomme dingen blijven niet hangen. Met het eerste shot Pfizer zakt die hele coronacrisis meteen weg. De doodsheid die ik zes weken geleden nog ervaarde is nu al een schim uit het verleden.

Als ik na de verplichte vijftien minuten wachttijd de RAI uitloop, draait ‘Lady in Red’ op de speakers. Het voelt alsof Chris De Burgh me persoonlijk toezingt: ‘I’ve never seen you looking so gorgeous as you did tonight, I’ve never seen you shine so bright’. Zo voel ik me ook. Stralend. Gevaccineerd. Met een gevoel dat ik eerst niet kan plaatsen. Dan weet ik het weer. Ik voel dat ik leef.

Deze column verscheen eerder in Folia

(c) foto: Linda Duits