Een van de fijnste plekken in de wereld is de zijkant van een tent op een festival, net tussen binnen en buiten. Je kunt in de zon dansen, maar je staat ook genoeg in de muziek. Aan de zijkant van de tent hoef je geen keuze te maken, ben je vrij.
Festivals bieden je even ontsnapping aan de alledaagse realiteit van werk en school. Even je zorgen vergeten, weg uit de sleur. Je slaapzak inpakken en afreizen naar de festivallocatie. Deze uitlaatklep moeten we nu al bijna anderhalf jaar missen. De pandemie en de volksgezondheid vroegen daarom, maar dit gemis is niet goed voor onze gezondheid.
Nu ben ik geen medicus maar sociaalwetenschapper. Ik wil vandaag daarom iets zeggen over het sociale belang van de festivals en evenementen die al zo lang op pauze staan. Festivals zijn namelijk niet alleen leuk, ze zijn belangrijk voor de samenhang in de samenleving. Dat heb ik niet zelf bedacht.
De Franse socioloog Emile Durkheim schreef al in 1912 over wat er gebeurt als gemeenschappen samenkomen om dingen te vieren en opgezweept worden door muziek. Volgens hem zorgde dat voor een soort elektriciteit. Iedereen die ooit een festival bezocht kent dat gevoel van vervoering. In de tent, met elkaar boven jezelf uitstijgen.
Durkheim zag die vervoering als sociale kracht. Er komen nieuwe verbanden en ideeën uit voort. Die gedeelde vervoering vond hij essentieel voor een samenleving. Het is het opladen van een batterij. Die elektriciteit is noodzakelijk.
Onze batterijen zijn al een tijdje leeg.
Festivals zorgen voor een gevoel van communitas, van bij elkaar zijn. Het zijn plekken waar zelden conflict is. Het zijn de plekken waar je vrienden kwijtraakt maar meteen weer nieuwe maakt, in de moshpit, op de dansvloer, in de rij voor de wc’s. Op festivals kweek je solidariteit, ook (of juist) tussen groepen die elkaar in het dagelijks leven minder tegenkomen.
En is dat niet juist wat de maatschappij nu hard nodig heeft, communitas en solidariteit?
Een festival is nog veel meer dan een uitlaatklep en een manier om de batterij van de samenleving op te laden. Het is een oefenterrein. Menig volwassene beleefde zijn eerste kus op een festival. Het is het moment waarop veel jongeren voor het eerst zonder ouders weg zijn. Festivals zijn zo onderdeel van de coming-of-age van hedendaagse jongeren. Uit onderzoek weten we dat bezoekers festivals vaak zien als levensveranderende ervaringen.
Op een festival kun je namelijk even uitbreken, je onttrekken aan de regels die ‘overdag’ gelden. Daarom zie je daar veel uitbundigere kleding dan in het gewone leven. Op een festival durf je meer, want je wordt minder beoordeeld. Festivals zijn plekken waar je identiteiten kunt uitproberen, waar je kunt experimenteren met wie je wilt zijn en wie je bent.
Inmiddels groeit er een groep op die het zonder moet doen. Die de kans niet krijgt zulke levensveranderende ervaringen op te doen. Corona staat voor hun voor uitstel van opgroeien, net als dat veel andere mensen ervaren dat hun leven nu in de pauzestand staat.
Naast jongeren wil ik hier graag de LHBTQIA+-gemeenschap apart benoemen. De sluiting van de clubs, het ontbreken van een nachtleven, het opschorten van evenementen raakt deze groep bijzonder hard. Juist omdat het ‘normale’ leven niet altijd veilig is, is een oefenruimte om te experimenteren voor hen van levensbelang.
Deze belangen worden door de overheid niet gezien. De sector wordt genegeerd. Maar:
Dansen is dus geen extraatje;
Festivals zijn niet frivool;
Het nachtleven is geen wisselgeld.
Houd de sector en haar bezoekers niet langer aan het lijntje;
Stop met het meten met twee maten;
Erken het belang, het sociale belang van uitgaan;
Unmute us!
Deze speech werd uitgesproken tijdens de Unmute Us-demonstratie in Amsterdam.